Als de Amsterdamse haven niet ingrijpt, kan het in 2026 wel eens helemaal spaak lopen met het vervoer van onder andere benzine in Nederland. Dat kan in het ergste geval leiden tot tekorten van deze en andere brandstoffen. Daar waarschuwt de Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) voor, schrijft Het Parool.

Veel van de aanvoer van brandstoffen in Nederland gebeurt via de binnenvaart. Voor die tak staan er grote veranderingen op stapel, als vanaf 2026 het ‘ontgassen’ (het ventileren van giftige dampen afkomstig van voorgaande ladingen uit de laadruimte) niet meer in de buitenlucht, maar bij ontgassinginstallaties moet gebeuren. Het probleem is dat er nog maar weinig animo is om die installaties aan te leggen.

Amsterdam is belangrijk als benzinehaven

Vooral in de haven van Amsterdam, de grootste benzinehaven ter wereld, is dat een onderbelicht probleem, want zowel het havenbedrijf als de gemeente zien geen nood voor de aanleg van zulke installaties. De twee laten het aan de mark overt, maar die ziet de hoge investeringskosten, waarbij geen subsidie verleend wordt, als een struikelblok.

Ook de aangewezen locaties voor de ontgassingsinstallaties zijn problematisch of slechts bruikbaar voor korte termijn, stelt de vereniging van ontgassingsbedrijven (Evra) tegenover Het Parool.

Hierdoor lijkt het alsof er vanuit de markt weinig behoefte is voor de aanleg van ontgassingsinstallaties, maar dat is volgens KBN toch anders. De behoefte is er wel, maar de gemeente en de haven zouden verder vooruit moeten kijken. De regels veranderen en daarop zou ingespeeld moeten worden.

Inmiddels zou er al met de aanleg van minimaal twee van dergelijke installaties begonnen moeten worden, als men ze in 2026 in gebruik wil nemen. Daarmee zou de doorvoer van onder meer benzine zonder problemen door kunnen gaan. Landelijk zouden er volgens KBN en de overheid minimaal acht installaties moeten komen. Op dit moment is er nog slechts één in Moerdijk.

Als er in 2026 te weinig ontgassingsinstallaties zijn, bestaat er het risico dat schippers hun vaartuigen toch illegaal in de buitenlucht blijven ontgassen. De kans op handhaving is nog relatief klein, aangezien de Inspectie Leefomgeving en Transport, de toezichthouder namens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, te weinig capaciteit heeft om actief te controleren.

Anderzijds kan er een tekort ontstaan aan binnenvaartschepen die benzine kunnen vervoeren, met alle gevolgen van dien.

LEES OOK: Als de waterstofauto geen toekomst heeft, waarom zetten autofabrikanten er nog steeds op in?